Deze
koning regeerde over een rijk en welvarend land. En hoewel hij het
goed had, werd deze koning zenuwachtig van de ontwikkelingen die in
zijn buurlanden gaande waren.
Ooit
waren de buurlanden heel arm, maar na een paar goede oogsten begonnen
zij uit het dal te klimmen. Langzamerhand begon de ambitie zich af te
tekenen. De twee landen bouwden ieder aan een sterk leger. Sterke
boerenzonen stonden in de rij om zich daarvoor aan te melden. Voor
hen een manier om aan de armoede te ontsnappen, voor hun koningen een
kans om hun land op te stuwen in de vaart der volkeren.